schrijfsels&ontwerpjes
vrijdag 19 december 2014
maandag 15 december 2014
Staken voor het recht op een genuanceerde mening! tl;dr
Ik staak vandaag,
voor de eerste keer in mijn leven. Maar ik ga wel werken. Althans,
dat had ik willen doen, maar daar is de staking tussengekomen. Ik
staak namelijk niet mee met de vakbonden, zelfs al ben ik het niet
eens met de regering.
Als u bent zoals ik,
dan krijgt u het vliegend heen-en-weer van de staking, of liever, van
alles wat er rond hangt. Want op zich vindt u ook niet dat de
regering de kosten van de bankencrisis eerlijk aan het spreiden is. U
bent dan waarschijnlijk één van die 85% die vindt dat er best een
vermogenswinstbelasting mag komen. Misschien heeft u er zelfs al eens
over nagedacht om ergens mee te gaan betogen, ik in elk geval wel.
En dan komen de
acties en weet u plots weer waarom u toch gewoon thuis zal blijven of
gaan werken. Toegegeven, de media helpen een handje door steeds weer
die oelewappers te interviewen die vinden dat ze het een basisrecht
is om de dag van een ander te verklooien, maar het minste dat je kan
zeggen is toch dat de vakbonden met een 'communicatieprobleem'
zitten.
Waarom staken ze nu
eigenlijk? Wat hopen ze daarmee te bereiken? Als het is omdat de
regering éénzijdig de lasten op de schouders van de werkende
arbeiders- en middenklasse legt, maar grote vermogens en mensen die
geld verdienen door geld te hebben extra in de watten wil leggen, dan
kan je ze moeilijk ongelijk geven. Helaas is er van zo'n duidelijke
boodschap geen sprake. De ene staakt omdat een Roemeen zijn job heeft
ingepikt, de ander omdat hun statuten aangepast worden wat minder
loongsverhoging zou opleveren. Wat de vakbond (toch een bastion van
solidariteit) met deze stakingen doet, is willens nillens een
argument aanleveren voor de neoliberalen die geloven dat een
samenleving bestaat uit een reeks individuele voorkeuren, zeg maar
een lange optelsom van allemaal egoïstjes.
Ze zijn niet
populair, die vakbonden. Zeker niet bij jongeren. Onterecht trouwens.
Dat we de dag van vandaag van zo'n welvaart mogen genieten (al staat
die onder druk), is in grote mate de verdienste van de bonden. Ik
kies hier met opzet voor “bonden” en niet “vakbonden”.
Eigenlijk is het de verdienste van ons sociaal overlegmodel, waarbij
werkgevers- en werknemersbonden met mekaar in onderhandeling gaan
voor sociale rust. Wanneer één partij het sociaal overleg
torpedeert, dan heeft da nare gevolgen voor onze economie. Wanneer ze
het, zoals nu, allebei doen, spelen ze met de toekomst van onze jonge
generaties.
Hoe harder de
betrokken partijen verwijten over en weer slingeren, hoe minder ik er
nog één geloof. N-VA, PS, CD&V, VLD, UNIZO, VBO, NSZ, ABVV,
ACV, ACLVB, ACOD, AVVVVK, is er één van die acroniemen die denkt
dat ze mij werkelijk wijs kunnen maken dat alleen zij de waarheid in
pacht hebben? Een gunstig economisch klimaat krijg je door sociale
rust, sociale rust krijg je door met mekaar te praten, niet door wat
op mekaar te lopen schelden. Jawel meneer De Wever, er is wél een
alternatief, nee meneer De Leeuw, dat is niet noodzakelijk UW
alternatief.
De hamvraag is
natuurlijk, mag dat allemaal zo maar? Mag ik razend worden van de
oneerlijke, eenzijdige maatregelen die onze regering treft en
tegelijkertijd vinden dat de vakbonden een perfecte kans hebben
gemist om eens een keer te zwijgen? Blijkbaar niet. De afwijzing van
de ene is automatisch de bevestiging van de ander geworden. “Ergens
tussenin” is verboden. Rest enkel nog de polarisatie. En de afgrond
in het midden. Het zwarte gat dat alles opslorpt, vooral de stem van
mensen zoals ik, die het niet noodzakelijk eens zijn met één van de
twee partijen.
maandag 31 maart 2014
Comparative Politics, one page essay on the problems facing political parties today
(Let me assure you that I am well aware that one page is far from enough to extensively debate this subject)
Modern day political parties face two major problems. On the one hand there appears to be a growing anti-party emotion, while on the other hand, there’s no viable democratic alternative to party democracy.
The rise of anti-establishment parties, which in turn transform into the very elitist organizations they once opposed, gives rise to the idea that party development is a ‘natural’ process (exemplified by Michels’ ‘iron law of oligarchy’) in which elitist parties (the original cadre parties) are challenged by newcomers (the mass parties) which then leads to adaptation by both into catch-all¬ parties, which in turn are challenged by new types of parties such as the anti-cartel parties or the business-firm parties.
This first problem can also be seen in the decline in membership of the traditional parties, whereas new, anti-establishment parties see their numbers rising. However, this does not mean that support for these parties is necessarily as fundamental as with the original mass parties. There is an increasing range of interest groups, such as NGO’s or other organizations that compete with political parties as ‘articulators of interest’. In a society where eclecticism is the pinnacle of self-realisation, one-issue parties have trouble appealing to enough voters to actually influence legislation. The traditional catch-all parties, however, have evolved into anomic institutions, with little perceived differentiation in policy preferences.
Although it can be argued that parties have themselves paved the way for the negative sentiments by their detachment from society in general, this is often used as an excuse not to talk about the elephant in the room being the unrealistic expectations the gen pop has about what politicians can or ought to do. Which leads to the second problem political parties face today, convincing the electorate that there is no alternative. (Sure, there are suggestions for modifications to the system, but not one viable alternative has existed, and if it has, it wasn’t democratic.)
Perception, then, is the quintessential concept in this second problem for political parties. In a heavily mediated society, where the life-span of political careers is often just a flash in the pan, it is more often than not the incapability of citizens to grasp the intricate workings of their political system which leads to their aversion of said system. This is a political dilemma worthy of “catch-22”-status. On the one hand, political parties should advocate education on the necessity of a party system. Then again, by doing this they are providing the anti-establishment parties with ammunition to strengthen their image of traditional parties as self-serving and elitist.
Another disparity between the capabilities of political parties and the expectations of individuals is the lack of coherent ideology in the latter. It is ideology that brings people together to form political parties and even though most traditional parties have had a centripetal movement in ideology, they are still positioned on opposite sides of certain cross-cutting cleavages that prevent them from taking popular (or populist?) stances on certain issues such as immigration reform. It is the freedom if the individual to have conflicting opinions on social issues, a political party founded on ideology does not have that luxury. This is the reason why parties that used to be one-issue parties tend to grow quick enough in numbers while remaining in opposition, but disintegrate once the issue is resolved.
Political parties are therefore balancing on a tightrope between electoral success and ideological coherency. Contested by parties that fill an ideological hole that traditional parties left in their quest for voters or by anti-establishment parties looking to abolish the very system from which they originated. This raises, in the most extreme cases, the question whether or not it is possible to democratically abolish democracy.
Modern day political parties face two major problems. On the one hand there appears to be a growing anti-party emotion, while on the other hand, there’s no viable democratic alternative to party democracy.
The rise of anti-establishment parties, which in turn transform into the very elitist organizations they once opposed, gives rise to the idea that party development is a ‘natural’ process (exemplified by Michels’ ‘iron law of oligarchy’) in which elitist parties (the original cadre parties) are challenged by newcomers (the mass parties) which then leads to adaptation by both into catch-all¬ parties, which in turn are challenged by new types of parties such as the anti-cartel parties or the business-firm parties.
This first problem can also be seen in the decline in membership of the traditional parties, whereas new, anti-establishment parties see their numbers rising. However, this does not mean that support for these parties is necessarily as fundamental as with the original mass parties. There is an increasing range of interest groups, such as NGO’s or other organizations that compete with political parties as ‘articulators of interest’. In a society where eclecticism is the pinnacle of self-realisation, one-issue parties have trouble appealing to enough voters to actually influence legislation. The traditional catch-all parties, however, have evolved into anomic institutions, with little perceived differentiation in policy preferences.
Although it can be argued that parties have themselves paved the way for the negative sentiments by their detachment from society in general, this is often used as an excuse not to talk about the elephant in the room being the unrealistic expectations the gen pop has about what politicians can or ought to do. Which leads to the second problem political parties face today, convincing the electorate that there is no alternative. (Sure, there are suggestions for modifications to the system, but not one viable alternative has existed, and if it has, it wasn’t democratic.)
Perception, then, is the quintessential concept in this second problem for political parties. In a heavily mediated society, where the life-span of political careers is often just a flash in the pan, it is more often than not the incapability of citizens to grasp the intricate workings of their political system which leads to their aversion of said system. This is a political dilemma worthy of “catch-22”-status. On the one hand, political parties should advocate education on the necessity of a party system. Then again, by doing this they are providing the anti-establishment parties with ammunition to strengthen their image of traditional parties as self-serving and elitist.
Another disparity between the capabilities of political parties and the expectations of individuals is the lack of coherent ideology in the latter. It is ideology that brings people together to form political parties and even though most traditional parties have had a centripetal movement in ideology, they are still positioned on opposite sides of certain cross-cutting cleavages that prevent them from taking popular (or populist?) stances on certain issues such as immigration reform. It is the freedom if the individual to have conflicting opinions on social issues, a political party founded on ideology does not have that luxury. This is the reason why parties that used to be one-issue parties tend to grow quick enough in numbers while remaining in opposition, but disintegrate once the issue is resolved.
Political parties are therefore balancing on a tightrope between electoral success and ideological coherency. Contested by parties that fill an ideological hole that traditional parties left in their quest for voters or by anti-establishment parties looking to abolish the very system from which they originated. This raises, in the most extreme cases, the question whether or not it is possible to democratically abolish democracy.
maandag 20 januari 2014
Tussenkomsten Gemeenteraad december 2013
Gemeenteraad 23 december 2013
Gewone Agenda
Goedkeuring verslag
Voor de punten 40 tot en met 48 had onze fractie een motivatie bezorgd met de reden waarom wij niet akkoord gingen met deze agendapunten in verband met de Algemene Vergaderingen van verschillende intercommunales en het aanduiden van de gemeentelijke afgevaardigden . Deze motivatie vinden wij niet terug in het verslag.
Naar aanleiding van de wansmakelijke vertoning van enkele jaren geleden toen dezelfde BVBA er in slaagde het stadsbestuur een aanzienlijke som uit eigen zak te laten betalen aan deze BVBA omwille van allerlei onenigheden over het feit dat er twee schattingsprijzen waren aangevraagd, lijkt men nu zich beter voor te bereiden. Er wordt dan ook voorgesteld om ook een beëdigd landmeter de sociale kavels te laten schatten. Concreet hadden wij hier enkele vraagjes over , met name :
- wie stelt een landmeter aan en op basis van welke elementen gebeurt dit?
- voor wie zijn de kosten van deze landmeter?
- waarom wil de verkavelaar vooraf weten welke landmeter er zal aangesteld worden. Dit lijkt ons niet nuttig om eventuele beïnvloeding te vermijden.
Meer structureel stellen we vast dat het stadsbestuur zich wenst in te zetten om duurzaam verkavelen te promoten, getuige hiervan de informatieavond hieromtrent in oktober 2013. Het lijkt ons dan ook maar normaal dat deze verkaveling getoetst wordt aan de kenmerken van een duurzame verkaveling. Wij vragen ons dan ook af hoe deze verkaveling zich verhoudt ten aanzien van het principe “duurzaam verkavelen” dat door onze gemeente gepromoot wordt? Wij denken dan bv aan duurzaam waterbeheer, landschapsintegratie, duurzaam materiaalbeheer, duurzaam energiebeheer, publieke ruimte voor de erg kleine kavels, gemeenschappelijke parkeerruimtes,… Werd voor deze verkaveling hier zeer concreet rekening mee gehouden?
In de oorspronkelijke versie van de DBFMO overeenkomst en het bestek, die goedgekeurd werden door de Gemeenteraad van 23.10.2010, was er geen sprake van dat de opdrachtgever, dus de stad, een abstracte overheidswaarborg diende af te leveren. Het is pas enkele jaren later, in de versie van 10.08.2012 (voor de GR van 27/08/2012) dat deze abstracte overheidswaarborg opduikt. Dat deze overheidswaarborg nu pas geconcretiseerd wordt, is wel erg laat en is dit de eerste maal dat de gemeenteraad zich expliciet kan uitspreken over de door het college al lang beloofde abstracte overheidswaarborg . We zullen er ons als gewoon raadslid bij moeten neerleggen dat de beslissing al gevallen is en dat deze goedkeuring louter voor de tribune is. In het later op deze avond goed te keuren meerjarenplan is dit bedrag immers al opgenomen.
Waar we vanaf het begin van dit dossier op de vele voordelen van de PPS-constructie werden gewezen, waarbij de privé-partner, Sportoase, zelf zou moeten instaan o.a. voor de financiering (zo staat het ook letterlijk in het bestek voor de kandidaat opdrachtnemers dat eveneens door de gemeenteraad van 23/08/2010 werd goedgekeurd) wordt dit principe volledig uitgehold door het feit dat enerzijds het stadsbestuur moet borg staan voor 14,5 miljoen of 15 miljoen euro, en dat straks daar nog eens een inpandgeving bovenop komt. We vragen ons af of hier de eerlijke concurrentie nog speelt en of de andere privé-partner die voordien nog lange tijd in de running was om dit project te mogen realiseren, dit wel kan smaken. Immers , nadat er een privé partner gekozen wordt, krijgt deze plots heel wat extra tegemoetkomingen van de stad waar de andere kandidaat niets van wist. Is dit eerlijk? Wij betwijfelen het..
Een nieuwe vaststelling is nu dat er weer een andere partij opduikt in dit dossier waar we tot nu toe nog niets van hoorden, nl. het pensioenfonds metaal OFP( een organisme voor de financiering van pensioenen). Argenta en het pensioenfonds vragen nu een borgstelling aan de gemeente voor de volle 15 miljoen euro, zo niet kan Sportoase geen lening krijgen. Eigenlijk hadden wij zelf dit zwembad wel kunnen zetten, gezien de kosten altijd gewaarborgd worden door de stad, dus door u en mij.
Concreet hadden wij ook nog de vraag wat er gebeurt met de jaarlijkse Vlaamse subsidie op het ogenblik dat het zwembad bv door omstandigheden (we verwijzen bv naar het zwembad in Turnhout) een tijdlang gesloten wordt. Blijft de stad dan de jaarlijkse subsidie ontvangen, hoe dan ook?
En tenslotte, want hier wordt nog steeds zedig over gezwegen, hoever staat het met de bevestiging van de BTW-administratie dat er beroep kan worden gedaan op de door de Vlaamse gemeenschap verkregen kaderruling? Want zonder ruling, geen zwembad, heb ik mij ooit laten vertellen….kan de stad deze waarborgregeling al ondertekenen als er nog geen duidelijkheid is over de BTW-ruling?
Onze fractie gaat niet akkoord met deze abstracte overheidswaarborg van 15 miljoen euro, omdat dit in tegenspraak is met de oorspronkelijke doelstelling van de PPS-constructie waarin duidelijk gesteld werd dat de privé-partner volledig diende in te staan voor de financiering van het project.
Een tweede reden is de onduidelijkheid die er nog steeds heerst over de BTW kaderruling en of die voor dit project mag toegepast worden. Hoe verder we ons nu engageren, hoe moeilijker het zal worden bij een eventuele negatieve beslissing ivm deze BTW-ruling om ons nog terug te trekken uit dit project.
Na de vaudeville gedurende de gemeenteraad van oktober over de poging van het college om een inpandgeving van 3 miljoen euro te verdoezelen onder het mom van een in deposito-geven, kon het college uit eerlijke schaamte tijdens de raad van november niet anders dan deze beschamende beslissing in te trekken. Ongelooflijk toch dat een dossier dat al zoveel jaren aansleept blijkbaar op een vrij amateuristische manier , op financieel vlak althans, wordt afgehandeld. Maar uiteraard moest dit dossier ooit weer boven water komen, want een zwembad bouwen kost geld, en banken en pensioenfondsen zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Daar hebben we in Hoogstraten immers het OCMW voor, zouden we denken.
Wat er ook van zij, het is dank zij de oppositie dat de stad mogelijk voor 2 miljoen euro uitgespaard heeft door het oorspronkelijke bedrag van 3 miljoen euro dat eerst gevraagd werd om in pand te geven, nu terug gebracht wordt tot één miljoen euro. Het is een rare wereld als de oppositie de bestuursmeerderheid er toe moet aanzetten om voorzichtig om te gaan met de Hoogstraatse belastinggelden
Maar nog steeds bepalen een bank ( Argenta) en het pensioenfonds Metaal OFP hoe de stad Hoogstraten zijn belastinggeld de volgende 8 tot 30 jaar moet beleggen. Eén miljoen euro door dit in pand te geven, dwz. dat de bank zonder meer bedragen van deze rekening kan afhalen als Sportoase zijn verplichtingen niet nakomt , en anderzijds door gedurende 8 jaar lang twee miljoen euro vast te zetten op een spaarboekje bij Argenta tegen 2,30 % intrest ( althans deze rente werd genoemd in een vorige gemeenteraad)
Wat we niet begrijpen is de uiteenzetting in dit dossier dat dit bedrag van 1 miljoen euro niet bovenop de waarborg van maximum 15 miljoen euro komt dewelke een maximumbedrag betreft. Als het er niet boven op komt, komt het er dan naast of wordt het in mindering gebracht. Dit is niet helemaal duidelijk. En stel je voor dat Argenta effectief gebruikt maat van zijn recht op dit pand, vermindert de abstracte overheidswaarborg dan met één miljoen euro?
Onze fractie vindt dat deze manier van werken in tegenstrijd is met de verklaring uit het oorspronkelijke DBFMO overeenkomst, waarin letterlijk staat dat de opdrachtnemer het sportcentrum moet ontwerpen, bouwen, financieren, beschikbaar stellen en houden, uitbaten en overdragen in overeenstemming met die overeenkomst. Bij de verplichtingen van de opdrachtgever staat nergens vermeld dat er een bedrag in pand en/of in deposito moet gegeven worden. Dit is dus een duidelijke afwijking van de overeenkomst waar wij ons niet mee akkoord kunnen verklaren.
Onze fractie heeft, ondanks her en der wat opmerkingen en bedenkingen, het oorspronkelijke GAS-reglement mee goed gekeurd, en zal ook deze aanpassingen mee goedkeuren. Wij menen dat het een terechte keuze is om minderjarigen onder de 16 jaar niet onderhevig te maken aan dit reglement en dat er eveneens moet ingezet worden op bemiddeling waar mogelijk.
Wij dringen er uiteraard op aan dat de toepassing van deze regels op een verantwoorde manier wordt uitgevoerd .
Onze fractie zou ook willen vragen om het aantal sancties dat er per jaar wordt uitgesproken met betrekking tot dit reglement op te willen nemen in het jaarverslag, zodat we als raadsleden kunnen opvolgen in welke mate dit een accuraat reglement is.
Bij de bespreking van het ocmw budget 2013, tijdens de gemeenteraad van november 2012 , haalde onze fractie aan dat onze toenmalige vertegenwoordigers in de ocmw-raad tijdens de bespreking van het budget in de ocmw-raad, geen opmerkingen mochten maken. We moeten dit jaar vast stellen binnen het OCMW dat onze afgevaardigde zijn argumenten nu wel mag uiten tijdens de raadszittingen , wat zeker en vast een democratische verbetering is en wat we met deze dan ook willen beklemtonen.
Wij nemen dan ook zonder opmerkingen kennis van deze budgetwijziging hoewel we in oorsprong dit budget niet goed keurden
Vooraf willen we toch even meegeven dat enkele mensen van onze fractie naar de OCMW raad van 11 december afgezakt waren om de toelichting over het meerjarenplan te gaan beluisteren, maar we moesten tot onze verwondering vast stellen dat er met geen woord gesproken werd over dit meerjarenplan. Dit werd immers in besloten vergadering voordien toegelicht aan de raad, en niet meer herhaald tijdens de openbare zitting. Dit is toch wel een smet op dit meerjarenplan.
Tijdens de commissie financiën van de voorbije week werd wel de nodige toelichting gegeven, en dan onthouden we dat het ocmw vier prioritaire beleidsdoelstellingen heeft bepaald, die gekozen werden uit de 10 strategische doelen die het OCMW de volgende jaren wil realiseren en die samengesteld worden uit 22 beleidsdoelstellingen. De keuze voor deze vier doelstellingen is een politieke keuze van de bestuursmeerderheid waar ze de volgende jaren over de opvolging ervan zal rapporteren aan de ocmw-raad.
Onze fractie kan zich vinden in heel wat van de beleidsdoelstellingen die in dit meerjarenplan opgenomen werden maar toch wil onze fractie enkele aanvullingen voorstellen :
- optrekken van culturele participatie betreffende kinderarmoede: een eerste stap zou kunnen zijn: een systematische aanvulling voor leefloners van het leefgeld bv. voor sinterklaasaankopen, voor kerstaankopen, Paastijd, zomervakantie,….
- budgetbeheer moet onmiddellijk kunnen aangeboden worden en geen wachtlijst van drie maanden;
- decentralisatie realiseren betreffende faciliteiten voor onze senioren door bv ook rond het LDC Meer een aanbod van serviceflats/bejaardenwoningen aan te bieden;
- een dementievriendelijke gemeente realiseren door bv zelf in Hoogstraten een praatcafé in te richten en/of een plaatselijk infopunt dementie op te richten ;
- de opwaardering en ondersteuning van lokale gezondheidsraad .
- uitbouw van sociale en betaalbare assistentiewoningen voor minder bedeelden en afstappen van het principe dat alleen de meest begoeden van Hoogstraten dit kunnen aankopen.
- openingsuren van OCMW moeten duidelijk verruimd worden. .
Toch moet het ons ook van het hart dat dit meerjarenplan niet geeft wat wij er van verwacht hadden. Immers, de hele voorbije legislatuur waren er enkele dossiers hangende waar dringend een beslissing over zou moeten genomen worden, en waarvoor telkens naar de beruchte BBC en/of meerjarenplanning werd verwezen. We moeten echter vaststellen dat dit meerjarenplan geen beleidskeuze heeft gemaakt over :
De nieuwe bestemming van het oude rusthuis. Het bestuur moet hier nog een toekomstvisie over bepalen;
Het beheer en beleid over de Mouterijstraat : verkopen, samenvoegen, verhuren,….we weten het nog niet want het bestuur heeft hier nog geen toekomstvisie over bepaald;
De verbouwing van de bejaardenwoningen in de Jaak Aertslaan : beperken tot wat oplapwerk want het bestuur heeft hier nog geen visie over…
Tja, dan sta je hier met je meerjarenplan en moeten we vaststellen dat men over belangrijke dossiers binnen het OCMW nog geen flauw benul heeft wat men er mee gaat doen. Eerlijk gezegd had onze fractie hier concrete keuzes verwacht en niet dat men beslissingen opnieuw voor zich uit gaat schuiven, want dat gebeurt met deze dossiers al vele jaren.
Wij hebben het als fractie ook zeer moeilijk met de oplijsting van de gemeentelijke bijdrage jaar per jaar, wat uiteindelijk resulteert in een stijging met 33 % in 2015 en een stijging van 17 % in 2016, en in een totale stijging met 66 % tegen 2019. De motivatie van deze stijging vinden we nergens terug. Graag hadden we dan ook vernomen wat de voornaamste oorzaken zijn van deze verhogingen van de gemeentelijke tussenkomst.
De fractie Anders onthoudt zich over deze meerjarenplanning om volgende redenen :
1. Er zijn verschillende beleidsdoelstellingen die onze fractie mee zou willen opgenomen hebben in dit meerjarenplan;
2. Er is nog steeds geen duidelijkheid toekomst over de bestemming van het oude rusthuis, er wordt geen keuze gemaakt over toekomst van de woningen in de Mouterijstraat en er is nog steeds een gebrek aan visie over de toekomstplannen van de bejaardenwoningen in de Jaak Aertslaan.
3. Onze fractie vreest dat er onvoldoende financiële middelen zijn voorzien voor de noodzakelijke personeelsuitbreiding van het zorgpersoneel dat nodig zal zijn bij een stijging van het aantal RVT-bedden.
4. Er is geen duidelijkheid over de samenstelling van de gemeentelijke bijdrage over de verschillende jaren en aan wat de verhoging van deze bijdrage te wijten is.
Wat het beleidsgedeelte betreft, worden de vier beleidsdoelstellingen uit het meerjarenplan in het budget van 2014 nu geconcretiseerd met de opsomming van actieplannen en acties die bij deze beleidsdoelstellingen horen. Als beleidsvisie toch wel eerder beperkt naar ons aanvoelen want financieel gaat het over een bedrag van € 7.600 aan exploitatiekosten waar men in 2014 “ beleid” mee gaat voeren…..( blz 23). Van al het overige beleid ( meer dan 12,46 miljoen euro) wordt enkel in enkele grote schema’s weergegeven waar al deze financiële stromen uit bestaan.
Er wordt ook nergens duidelijk verantwoord hoe de gemeentelijke bijdrage samengesteld wordt. Vroeger kon men uit de werking van de verschillende Activiteitencentra nog per centrum nagaan wat de gemeentelijke inbreng hier was, maar dat is allemaal voorbij.
Het enige duidelijke zijn misschien de investeringsenveloppes, maar ook hier geen enkel woordje uitleg.
Onze fractie is blij dat het hier enkel een kennisname betreft van het OCMW-budget zodat we dit zeker niet goed moeten keuren.
Onze vertegenwoordiger in de politieraad heeft zich bij de stemming over de politiebegroting van 2014 onthouden omwille van volgende redenen:
1. De politieraad wenst sowieso over te gaan tot een aankoop van een bijkomende combi zonder vooraf een deftige doorlichting te maken over het bestaande wagenpark, het gebruik van deze wagens, het nut of onnut van sommige wagens, enz. Wij kunnen daar niet mee akkoord gaan.
2. Voor de vervanging van het bestaande SIS-bord dat kapot is, wordt tegelijk zonder voorafgaande bespreking hier een ANPR- camera aan verbonden, wat niet alleen de kostprijs op 60.000 euro brengt, maar waarmee opnieuw een dure camera in het straatbeeld komt die iedereen registreert die er passeert zonder voorafgaande brede maatschappelijke discussie.
3. de extra investeringen van het fietsteam zijn op dit moment niet te verantwoorden omwille van de zeer beperkte inzet van dit team in 2013 . Onze fractie is zonder meer overtuigd van de meerwaarde van een fietsteam, maar hoewel er de afgelopen jaren veel in werd geïnvesteerd op financieel vlak, is er bijna geen politieman/politievrouw te zien op de fiets . Dit is duidelijk een werkpunt voor de politiewerking.
Om deze redenen onthouden wij ons ook bij de goedkeuring van de gemeentelijke dotatie voor 2014 aan de politiezone in de hoop dat dit signaal opgepikt wordt door diegenen die hier iets aan kunnen doen.
Toen we in december 2007, ondanks de verkiezingsbeloften van het jaar er voor, geconfronteerd werden met de stijging van de opcentiemen en de personenbelasting, vroeg onze fractie zich af om welke reden het nieuwe bestuur deze belastingen wenste te verhogen. De enige overweging die toen in het dossier zat, was het ene zinnetje :” Gelet op de financiële toestand van de gemeente…”
Ondertussen is de financiële toestand van de gemeente op dit ogenblik zeker gezond te noemen, mede dank zij de verhoogde belastinginkomsten die nu sinds zes jaar binnenkomen, en waardoor enerzijds de leningslast verminderd is en anderzijds omdat er naar ons aanvoelen de afgelopen jaren niet ten volle voor veel investeringen gegaan is. Tijdens de jaarlijkse besprekingen van de rekeningen van de afgelopen jaren konden we telkens vaststellen dat een groot gedeelte van de voorgenomen investeringen niet uitgevoerd werd.
En wat moeten we nu vaststellen : met de opgebouwde financiële reserve ( om en bij de 11 miljoen euro in kas) gaan we ons niet alleen borgstellen voor 15 miljoen euro voor de bouw van een zwembad, maar gaan we anderzijds drie miljoen euro immobiliseren door één miljoen euro in pand te geven voor dertig jaar, en gaan we anderzijds twee miljoen “ beleggen” voor 8 jaar, terwijl alle kranten en economen schreeuwen om investeringen te doen en niet om het geld op te potten!!
Naar onze bescheiden mening moet de stad inderdaad een gezond financieel beleid voeren, maar mag ze het geld van de belastingbetaler niet gaan misbruiken om een privé-partner de kans te geven zijn project te financieren. Wij houden ons hart vast als hier straks ook andere bedrijven aan de deur komen kloppen om ook hun bedrijvigheid op één of andere manier door de stad te laten “waarborgen” . Want als het voor de éne kan, zou het ook voor de andere moeten kunnen. Het is wat vergelijkbaar met aan één vereniging honderdduizend euro te geven zonder ondersteunend reglement, terwijl andere verenigingen dit niet krijgen….
Er is in deze bestuursmeerderheid een partij die zich op nationaal vlak opwerpt als de verdediger van de hardwerkende modale Vlaming, maar die hier in Hoogstraten dezelfde hardwerkende Hoogstraatse burger , die tracht zijn werk te behouden, die tracht zijn woning te betalen of die tracht zijn veel te dure bouwgrond te bekostigen, nog steeds als eerste aanspreekt om de gemeentelijke begroting aan te dikken. Als we dan ook nog zien dat de gelden in die stadskas aangewend worden om privé-investeerders te plezieren, maar dat er nog steeds geen extra steun aan leefloongezinnen wordt gegeven, en dat er bv voor 2014 slechts 600 euro wordt voorzien in het budget van het OCMW voor acties ter bestrijding van kinderarmoede, dan kunnen wij ons niet akkoord verklaren met deze gemeentelijke opcentiemen en met deze aanvullende belasting op de personenbelasting.
Tenslotte willen we er nog even op wijzen dat in Retie, toch niet zo ver van hier, ook de plaatselijke CD&V begrepen heeft dat een heroriëntatie van de belastingen mogelijk moet zijn, dwz. de personenbelasting verlagen en de onroerende voorheffing verhogen, wat volgens CD&V Retie vooral voor de jongeren een steun in de rug zou zijn. Onze fractie is tevreden dat wij dus niet alleen met deze mening staan.
Onze houding tegen deze aanvullende belastingen is niet veranderd, en wij zullen ook dit jaar deze gemeentelijke opcentiemen en personenbelasting niet goedkeuren.
26. Goedkeuren meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014
Als wij de overwegingen van dit agendapunt goed begrepen hebben, dienen we onder dit agendapunt vier zaken te bespreken en goed te keuren, met name :
1. de strategische nota van het meerjarenplan
2. de financiële nota van het meerjarenplan
3. de beleidsnota van het budget 2014
4. de financiële nota van het budget 2014.
We laten de omgevingsanalyse, waar erg veel informatie terug te vinden is over Hoogstraten, voorlopig voor wat het is; maar we gaan er uiteraard van uit dat de beleidsdoelstellingen die het stadsbestuur zich in de meerjarenplanning oplegt, voortvloeien uit de informatie die kon gedistilleerd worden uit deze omgevingsanalyse.
Onze fractie wenst vooraf iedereen te feliciteren die meegewerkt heeft aan de logistieke omzetting van de klassieke budgetten naar deze meerjarenplanning, strategische en beleidsdoelstellingen, ….
Wij zijn er van overtuigd dat heel wat medewerkers van de stadsdiensten hier veel tijd en energie in geïnvesteerd hebben en onze fractie wenst hen dan ook onze waardering over te brengen.
Wij wensen ons ook vooraf te verontschuldigen bij het publiek als onze tussenkomst mogelijk niet erg duidelijk is, maar deze hele vernieuwing brengt inderdaad heel wat nieuwe terminologie met zich mee.
Of ook het inhoudelijke aspect, met name de beleidsdoelstellingen die het bestuur zich voorgenomen heeft, ook onze waardering kan wegdragen, proberen we nu te verwoorden, en waar mogelijk trachten we ook onze eigen doelstellingen en actieplannen toe te lichten. Want ondanks alle inspraakmomenten en adviezen, blijft dit meerjarenplan een keuze van deze politieke
bestuursmeerderheid , en werd bij de totale opmaak op geen enkele wijze de mening van de oppositie gevraagd.
We stellen ook vast dat wij als raadsleden van de oppositie op enkele dagen tijd een massa informatie moeten verwerken met een nieuwe methodiek die ons vreemd is en waar ook erg weinig toelichting over werd gegeven. Het is ons onmogelijk gebleken om al die informatie te verwerken en ons eigen te maken, laat staan daar een objectief beeld van te bekomen.
Onze opmerkingen zullen dus eerder fragmentarisch zijn. Wij vonden het wel belangrijk om ook onze eigen doelstellingen in deze tussenkomst op te nemen.
De strategische nota van het meerjarenplan bestaat uit een nota waarin vijf strategische doelstellingen worden weergegeven, onderverdeeld in 20 beleidsdoelstellingen Vijf van die 20 beleidsdoelstellingen worden dan als prioritair naar voor geschoven, met name : :
a. de stad en het ocmw zijn een professionele organisatie die zich op een klantgerichte wijze focussen op een performante dienstverlening;
b. projectgerichte kwalitatieve gebiedsontwikkeling waarbij leefbaarheid centraal staat;
c. de veiligheid en het veiligheidsgevoel worden verhoogd – verkeer
d. Hoogstraten zet in op ondersteuning van (socio-)culturele initiatieven en werkt daarnaast een complementair aanbod uit ;
e. Hoogstraten stelt voldoende, geschikte, kwalitatieve sportinfrastructuur ter beschikking
Uit de discussie in de commissie financiën onthoud ik dat de keuze voor deze doelstellingen een zuivere politieke beslissing is geweest zodat wij er logischerwijze van uitgaan dat deze doelstellingen een uitwerking zijn van de bestuursovereenkomst tussen CD&V en N-VA , gezien deze nooit publiek gemaakt werd. We onthouden ook dat het bestuur niet teveel prioritaire doelstellingen wenste op te nemen, zodat we er logischerwijze ook van uit gaan dat ook de bestuursovereenkomst niet te uitgebreid was (met uitzondering allicht van de zetelverdeling binnen het college).
Het is immers over de resultaten van deze prioritaire doelstellingen dat het bestuur zich jaarlijks expliciet zal moeten verantwoorden. Hopelijk hebben we het verkeerd begrepen, maar over de realisatie van de andere 15 doelstellingen uit het “ overige beleid” zal mogelijk minder gecommuniceerd worden….
En hier wringt naar ons aanvoelen een eerste schoentje omdat wij meenden dat bij elke beleidsdoelstelling de nodige concrete indicatoren dienden opgegeven te worden waardoor er kan afgetoetst worden of de doelstelling effectief bereikt werd. In dit hele meerjarenplan werd geen enkele indicator opgenomen zodat controle op de beleidsdoelstellingen niet mogelijk is.
Onze fractie heeft getracht binnen het korte tijdsbestek dat wij hadden zelf ook enkele doelstellingen en/of acties voor te stellen. Het is dan de bedoeling dat wij regelmatig voorstellen naar de gemeenteraad zullen brengen om deze doelstellingen te realiseren.
1. Wat betreft de strategische doelstelling : Organisatie en communicatie stellen wij voor
- dat de openingsuren voor alle openbare diensten geoptimaliseerd worden( gemeente, ocmw, politie, biblioteek, …)
- dat er zitdagen van gemeente, politie en ocmw georganiseerd worden in de deelgemeenten:
- dat er een digitaal platform voor gemeenteraadsleden opgemaakt wordt;
- dat de gemeenteraadszittingen in een ruimere zaal worden georganiseerd waar ook het publiek meer comfortabel kan volgen;
2. Wat betreft de strategische doelstelling : woonkernontwikkeling, leef- en werkomgeving stellen wij voor dat :
- de stad zorgt voor voldoende betaalbare locaties waar bedrijven zich kunnen vestigen en zorgt er tegelijk voor dat bedrijven die zonevreemd zijn naar een geschikte locatie kunnen en moeten verhuizen;
- dat het Gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan ook herzien wordt in functie van behoud van open
ruimte en groenvoorzieningen, en niet alleen in functie van woningprogrammatie;
- dat de regierol van de overheid bij verkavelingen uitgewerkt wordt;
- dat er regelmatig informatie gegeven wordt over de besteding van de saneringsbijdrage
3. Wat betreft de strategische doestelling : veiligheid en mobiliteit
- realisatie van de 70-50-30 verkeerssnelheidsregeling in heel Hoogstraten;
- beter openbaar vervoer over het ganse grondgebied ;
- realiseren van een buurtbus ( zie gemeente Brasschaat);
- meer treinverbindingen met Antwerpen vanuit Brecht en meer openingsuren van het loket;
- regelmatig openbaar vervoer naar de Kluis en naar de Transportzone;
- realiseren van fietsstraten
- realiseren van overdekte fietsstallingen en van elektrische oplaadpunten voor fietsers;
- opstarten van autodelen ( Cambio), Taxistop activeren,
- als stadsbestuur zelf inzetten op elektrische wagens, en deelnemen aan het autodelen;
- realiseren van het provinciaal mobiliteitsplan
- verkeerseffectenrapport voor elke nieuwe verkaveling
- autoverkeer ontmoedigen waar mogelijk, busvervoer organiseren bij grote manifestaties
- afkoopregeling parkeerplaatsen wordt afgeschaft;
- doorstroming op de Vrijheid koppelen aan de leefbaarheid in de omgeving gezien hier heel wat sluipwegen ontstaan die heel wat overlast met zich meebrengen;
- wijkcirculatieplannen opmaken om dit sluipverkeer te ontraden;
4. Wat betreft de strategische doelstelling : zorg gezondheid en welzijn
We verwijzen hiervoor naar onze tussenkomst over het meerjarenplan van het OCMW waar onze fractie eveneens enkele voorstellen heeft opgesomd.
5. Wat betreft de strategische doelstelling : zelfontplooiing en samenleven.
- streven naar gemeentelijk basisonderwijs in elk deeldorp, zodat deze scholen eenzelfde gemeentelijke ondersteuning krijgen
- jeugdhuizen ondersteunen bij hun zoektocht naar een locatie
- naschoolse kinderopvang verder uitbouwen met sport- en muziekverenigingen
- professionalisering van het stedelijk museum;
- uitvoering geven aan de studie van Stramien;
- niet meer investeren in het inventariseren van wat er al is op cultureel gebied ( zie omgevingsanalyse) maar effectief werk maken van een cultuurcentrum;
- sterker inzetten op materieel en immaterieel erfgoed, wat meer is dan alleen gebouwen
- concreet werk maken van de oprichting van een cultureel centrum
De financiële nota bestaat enerzijds uit een financieel doelstellingenplan, waar per jaar en per prioritair beleidsdomein de te verwachten inkomsten en uitgaven worden weergegeven, met daarnaast in één bedrag de inkomsten en uitgaven van het “ overige beleid”. We hebben het niet voor elk jaar de bedragen nageteld, maar voor 2014 bv. bedragen de uitgaven van de prioritaire doelstellingen 11,23 % van de totale uitgaven, en het overige beleid, waar dus geen verdere informatie ter beschikking over is, bedraagt 88,77 %.
Ons werd voorgehouden dat gemeenteraadsleden zich niet teveel met cijfers moeten bezighouden, maar met beleidszaken. Nochtans blijkt wel dat het de financiële impact is van elke beleidsvoorstel die uiteindelijk de doorslag geeft om tot een beslissing te komen….
Uit de toelichting tijdens de commissievergadering onthouden we immers dat praktisch alle geplande investeringen gelinkt zullen worden aan subsidies. Geen subsidies, geen project. Mooi voorbeeld hiervan is allicht de geplande busverbinding naar Meerle en Meersel-Dreef, waar het bestuur zich altijd tegen verzet heeft; en dit verzet pas opgegeven heeft toen het duidelijk werd dat er geld uit een onverwacht budget van het Vlaamse plattelandsfonds kon genomen worden. We kunnen dus alleen maar hopen dat de Vlaamse overheid voldoende middelen kan blijven overhevelen naar de plaatselijke besturen…..Maar het geeft geen goed gevoel om het eigen beleid afhankelijk te maken van het Vlaamse financiële beleid . Anderzijds vragen we ons wel af of het ook andersom geldt : wel subsidies , wel een project realiseren. Meer concreet denken we bv aan de oprichting van een cultureel centrum waar Hoogstraten als centrumgemeente wel recht heeft op heel wat subsidies die men nu laat liggen….Maar dat zal wel andere redenen hebben die mogelijk terug te vinden zijn in de reeds eerder aangehaalde bestuursovereenkomst.
Twee opmerkingen bij de oplijsting van de financiële risico’s op bladzijde 17 : vooreerst kiest het bestuur er voor om de pensioenkloof tussen statutairen en contractuelen de volgende jaren niet te verkleinen, wat door onze fractie betreurd wordt; en wordt de waarborgregeling die uitgewerkt werd voor het zwembad hier wel als een financieel risico aangeduid. Sluipt hier al wat ongerustheid binnen ?
Het is jammer om te zeggen, maar voor een leek is enerzijds de splitsing van het budget over twee boekdelen al verwarrend, maar ook inhoudelijk geeft de splitsing tussen de prioritaire beleidsdomeinen, de andere beleidsdomeinen en het overige beleid weinig zicht op de totaliteit van het hele budget.
De beleidsnota bestaat uit een opsomming van alle mogelijke doelstellingen en acties die het bestuur in 2014 wil realiseren. Wat uiteindelijk de beleidsvisie is die men wil uitdragen, waar dit bestuur met Hoogstraten naar toe wil, wordt er niet in weergegeven.
En ja, er is een financiële oplijsting gemaakt van al het overige beleid, en ja, er is een lijst met investeringen, maar hoe we dat kunnen opvolgen is voor ons niet duidelijk.
Kortom, heel wat lijstjes en opsommingen, maar naar ons aanvoelen geen duidelijk beeld voor gemeenteraadsleden om hier mee aan de slag te kunnen gaan.
Besluit
Onze fractie keurt het meerjarenplan 2014-2019 niet goed, tenzij al de actieplannen die door onze fractie werden voorgesteld, mee zouden opgenomen worden in dit plan.
Wij wensen ook te wijzen op het feit dat er geen indicatoren werden opgenomen die aangeven hoe de realisatie van de beleidsdoelstellingen kunnen opgevolgd worden.
Ook het budget van 2014 wordt niet goedgekeurd, enerzijds omdat we echt geen volledig zicht kunnen krijgen op deze vorm van rapportering, anderzijds omdat we menen dat er nog teveel concrete acties niet in voorkomen die voor onze fractie belangrijk zijn.
Bijkomende Agenda Anders
In mei 2014, dat is minder dan een half jaar, gaan alle volwassen Belgen naar de stembus om te kiezen wie hen gaat vertegenwoordigen in Europa, het federaal en het Vlaams parlement.
Onder deze kiezers zijn er heel wat senioren, een groep die alsmaar groter wordt en momenteel 25% van de bevolking bevat. Zij vormen een diverse bevolkingsgroep die belangrijk is voor de media, de reissector, de gezondheidssector, de banksector, en zo meer maar blijkbaar niet zo voor de politiek. Om hun stem te laten gelden, kunnen minder mobiele mensen zich naar een stembureau laten voeren of gebruik maken van een volmacht. Het maakt ouderen afhankelijk van derden, daar waar zij het liefst van al autonoom zijn. In de praktijk wordt dan ook vaak een doktersbriefje afgeleverd en de kous is af.
Voor mobiele mensen maakt het niet uit waar ze moeten gaan stemmen, voor minder mobiele betekent het een wereld van verschil indien dit in het WZC of dienstencentrum kan gebeuren.
Of is het niet meer belangrijk om te kunnen gaan kiezen na je 75ste?
Het toegankelijk maken van verkiezingen voor iedereen beperkt zich niet tot ouderen alleen. Ook personen met een beperking dienen hier de nodige aandacht te krijgen. Hierbij kunnen verenigingen gepast advies verlenen.
Daarom willen we pleiten voor het inrichten van een stemlokaal in het dienstencentrum.
Dit brengt ook heel wat meer voordelen met zich mee:
De bewoners van het WZC kunnen zich hierop voorbereiden door te oefenen met de stemcomputer zodat ze zelfstandig kunnen stemmen.
Bezoekers en gebruikers van het dienstencentrum kunnen vooraf hier ook gebruik van maken.
Buurtbewoners komen in het dienstencentrum om te stemmen en maken hier mogelijk voor het eerst kennis met het centrum.
Een dienstencentrum is gegarandeerd toegankelijk voor rolstoelgebruikers en minder mobiele mensen.
Het personeel van het WZC zou hier eveneens kunnen gaan stemmen.
Aan senioren geeft men het signaal dat ze nog wel degelijk meetellen en hun stem belangrijk is.
In verschillende steden en gemeenten werden de laatste jaren stembureaus ingericht in woonzorgcentra en dienstencentra. Het stijgende aantal deelnemers toont aan dat hier wel degelijk wordt ingespeeld op een reële vraag.
Voorstel gemeenteraad:
Het gemeentebestuur zal voor de verkiezingen van 25 mei 2014 een stembureau inrichten in het dienstencentrum het Gebuurte te Hoogstraten
Het gemeentebestuur zal de nodige maatregelen nemen om de toegankelijkheid van de stembureaus en stemhokjes aan allen te garanderen. Zij zal desgevallend het nodige advies inwinnen bij de verschillende organisaties van bejaarden en minder-validen.
Gewone Agenda
Goedkeuring verslag
Voor de punten 40 tot en met 48 had onze fractie een motivatie bezorgd met de reden waarom wij niet akkoord gingen met deze agendapunten in verband met de Algemene Vergaderingen van verschillende intercommunales en het aanduiden van de gemeentelijke afgevaardigden . Deze motivatie vinden wij niet terug in het verslag.
5. Aangepaste overeenkomst met BVBA vastgoed CW2 mbt realiseren van sociale kavels in uitbreiding Koolhof
Naar aanleiding van de wansmakelijke vertoning van enkele jaren geleden toen dezelfde BVBA er in slaagde het stadsbestuur een aanzienlijke som uit eigen zak te laten betalen aan deze BVBA omwille van allerlei onenigheden over het feit dat er twee schattingsprijzen waren aangevraagd, lijkt men nu zich beter voor te bereiden. Er wordt dan ook voorgesteld om ook een beëdigd landmeter de sociale kavels te laten schatten. Concreet hadden wij hier enkele vraagjes over , met name :
- wie stelt een landmeter aan en op basis van welke elementen gebeurt dit?
- voor wie zijn de kosten van deze landmeter?
- waarom wil de verkavelaar vooraf weten welke landmeter er zal aangesteld worden. Dit lijkt ons niet nuttig om eventuele beïnvloeding te vermijden.
Meer structureel stellen we vast dat het stadsbestuur zich wenst in te zetten om duurzaam verkavelen te promoten, getuige hiervan de informatieavond hieromtrent in oktober 2013. Het lijkt ons dan ook maar normaal dat deze verkaveling getoetst wordt aan de kenmerken van een duurzame verkaveling. Wij vragen ons dan ook af hoe deze verkaveling zich verhoudt ten aanzien van het principe “duurzaam verkavelen” dat door onze gemeente gepromoot wordt? Wij denken dan bv aan duurzaam waterbeheer, landschapsintegratie, duurzaam materiaalbeheer, duurzaam energiebeheer, publieke ruimte voor de erg kleine kavels, gemeenschappelijke parkeerruimtes,… Werd voor deze verkaveling hier zeer concreet rekening mee gehouden?
7. Abstracte overheidswaarborg voor het multifunctioneel sportcentrum
In de oorspronkelijke versie van de DBFMO overeenkomst en het bestek, die goedgekeurd werden door de Gemeenteraad van 23.10.2010, was er geen sprake van dat de opdrachtgever, dus de stad, een abstracte overheidswaarborg diende af te leveren. Het is pas enkele jaren later, in de versie van 10.08.2012 (voor de GR van 27/08/2012) dat deze abstracte overheidswaarborg opduikt. Dat deze overheidswaarborg nu pas geconcretiseerd wordt, is wel erg laat en is dit de eerste maal dat de gemeenteraad zich expliciet kan uitspreken over de door het college al lang beloofde abstracte overheidswaarborg . We zullen er ons als gewoon raadslid bij moeten neerleggen dat de beslissing al gevallen is en dat deze goedkeuring louter voor de tribune is. In het later op deze avond goed te keuren meerjarenplan is dit bedrag immers al opgenomen.
Waar we vanaf het begin van dit dossier op de vele voordelen van de PPS-constructie werden gewezen, waarbij de privé-partner, Sportoase, zelf zou moeten instaan o.a. voor de financiering (zo staat het ook letterlijk in het bestek voor de kandidaat opdrachtnemers dat eveneens door de gemeenteraad van 23/08/2010 werd goedgekeurd) wordt dit principe volledig uitgehold door het feit dat enerzijds het stadsbestuur moet borg staan voor 14,5 miljoen of 15 miljoen euro, en dat straks daar nog eens een inpandgeving bovenop komt. We vragen ons af of hier de eerlijke concurrentie nog speelt en of de andere privé-partner die voordien nog lange tijd in de running was om dit project te mogen realiseren, dit wel kan smaken. Immers , nadat er een privé partner gekozen wordt, krijgt deze plots heel wat extra tegemoetkomingen van de stad waar de andere kandidaat niets van wist. Is dit eerlijk? Wij betwijfelen het..
Een nieuwe vaststelling is nu dat er weer een andere partij opduikt in dit dossier waar we tot nu toe nog niets van hoorden, nl. het pensioenfonds metaal OFP( een organisme voor de financiering van pensioenen). Argenta en het pensioenfonds vragen nu een borgstelling aan de gemeente voor de volle 15 miljoen euro, zo niet kan Sportoase geen lening krijgen. Eigenlijk hadden wij zelf dit zwembad wel kunnen zetten, gezien de kosten altijd gewaarborgd worden door de stad, dus door u en mij.
Concreet hadden wij ook nog de vraag wat er gebeurt met de jaarlijkse Vlaamse subsidie op het ogenblik dat het zwembad bv door omstandigheden (we verwijzen bv naar het zwembad in Turnhout) een tijdlang gesloten wordt. Blijft de stad dan de jaarlijkse subsidie ontvangen, hoe dan ook?
En tenslotte, want hier wordt nog steeds zedig over gezwegen, hoever staat het met de bevestiging van de BTW-administratie dat er beroep kan worden gedaan op de door de Vlaamse gemeenschap verkregen kaderruling? Want zonder ruling, geen zwembad, heb ik mij ooit laten vertellen….kan de stad deze waarborgregeling al ondertekenen als er nog geen duidelijkheid is over de BTW-ruling?
Onze fractie gaat niet akkoord met deze abstracte overheidswaarborg van 15 miljoen euro, omdat dit in tegenspraak is met de oorspronkelijke doelstelling van de PPS-constructie waarin duidelijk gesteld werd dat de privé-partner volledig diende in te staan voor de financiering van het project.
Een tweede reden is de onduidelijkheid die er nog steeds heerst over de BTW kaderruling en of die voor dit project mag toegepast worden. Hoe verder we ons nu engageren, hoe moeilijker het zal worden bij een eventuele negatieve beslissing ivm deze BTW-ruling om ons nog terug te trekken uit dit project.
8. Inpandgeving van bankrekening inzake het mfsc
Na de vaudeville gedurende de gemeenteraad van oktober over de poging van het college om een inpandgeving van 3 miljoen euro te verdoezelen onder het mom van een in deposito-geven, kon het college uit eerlijke schaamte tijdens de raad van november niet anders dan deze beschamende beslissing in te trekken. Ongelooflijk toch dat een dossier dat al zoveel jaren aansleept blijkbaar op een vrij amateuristische manier , op financieel vlak althans, wordt afgehandeld. Maar uiteraard moest dit dossier ooit weer boven water komen, want een zwembad bouwen kost geld, en banken en pensioenfondsen zijn geen liefdadigheidsinstellingen. Daar hebben we in Hoogstraten immers het OCMW voor, zouden we denken.
Wat er ook van zij, het is dank zij de oppositie dat de stad mogelijk voor 2 miljoen euro uitgespaard heeft door het oorspronkelijke bedrag van 3 miljoen euro dat eerst gevraagd werd om in pand te geven, nu terug gebracht wordt tot één miljoen euro. Het is een rare wereld als de oppositie de bestuursmeerderheid er toe moet aanzetten om voorzichtig om te gaan met de Hoogstraatse belastinggelden
Maar nog steeds bepalen een bank ( Argenta) en het pensioenfonds Metaal OFP hoe de stad Hoogstraten zijn belastinggeld de volgende 8 tot 30 jaar moet beleggen. Eén miljoen euro door dit in pand te geven, dwz. dat de bank zonder meer bedragen van deze rekening kan afhalen als Sportoase zijn verplichtingen niet nakomt , en anderzijds door gedurende 8 jaar lang twee miljoen euro vast te zetten op een spaarboekje bij Argenta tegen 2,30 % intrest ( althans deze rente werd genoemd in een vorige gemeenteraad)
Wat we niet begrijpen is de uiteenzetting in dit dossier dat dit bedrag van 1 miljoen euro niet bovenop de waarborg van maximum 15 miljoen euro komt dewelke een maximumbedrag betreft. Als het er niet boven op komt, komt het er dan naast of wordt het in mindering gebracht. Dit is niet helemaal duidelijk. En stel je voor dat Argenta effectief gebruikt maat van zijn recht op dit pand, vermindert de abstracte overheidswaarborg dan met één miljoen euro?
Onze fractie vindt dat deze manier van werken in tegenstrijd is met de verklaring uit het oorspronkelijke DBFMO overeenkomst, waarin letterlijk staat dat de opdrachtnemer het sportcentrum moet ontwerpen, bouwen, financieren, beschikbaar stellen en houden, uitbaten en overdragen in overeenstemming met die overeenkomst. Bij de verplichtingen van de opdrachtgever staat nergens vermeld dat er een bedrag in pand en/of in deposito moet gegeven worden. Dit is dus een duidelijke afwijking van de overeenkomst waar wij ons niet mee akkoord kunnen verklaren.
13. GAS-reglement
Onze fractie heeft, ondanks her en der wat opmerkingen en bedenkingen, het oorspronkelijke GAS-reglement mee goed gekeurd, en zal ook deze aanpassingen mee goedkeuren. Wij menen dat het een terechte keuze is om minderjarigen onder de 16 jaar niet onderhevig te maken aan dit reglement en dat er eveneens moet ingezet worden op bemiddeling waar mogelijk.
Wij dringen er uiteraard op aan dat de toepassing van deze regels op een verantwoorde manier wordt uitgevoerd .
Onze fractie zou ook willen vragen om het aantal sancties dat er per jaar wordt uitgesproken met betrekking tot dit reglement op te willen nemen in het jaarverslag, zodat we als raadsleden kunnen opvolgen in welke mate dit een accuraat reglement is.
20. Kennisname ocmw budgetwijziging
Bij de bespreking van het ocmw budget 2013, tijdens de gemeenteraad van november 2012 , haalde onze fractie aan dat onze toenmalige vertegenwoordigers in de ocmw-raad tijdens de bespreking van het budget in de ocmw-raad, geen opmerkingen mochten maken. We moeten dit jaar vast stellen binnen het OCMW dat onze afgevaardigde zijn argumenten nu wel mag uiten tijdens de raadszittingen , wat zeker en vast een democratische verbetering is en wat we met deze dan ook willen beklemtonen.
Wij nemen dan ook zonder opmerkingen kennis van deze budgetwijziging hoewel we in oorsprong dit budget niet goed keurden
21. Goedkeuren meerjarenplan 2014 – 2019 van het OCMW.
Vooraf willen we toch even meegeven dat enkele mensen van onze fractie naar de OCMW raad van 11 december afgezakt waren om de toelichting over het meerjarenplan te gaan beluisteren, maar we moesten tot onze verwondering vast stellen dat er met geen woord gesproken werd over dit meerjarenplan. Dit werd immers in besloten vergadering voordien toegelicht aan de raad, en niet meer herhaald tijdens de openbare zitting. Dit is toch wel een smet op dit meerjarenplan.
Tijdens de commissie financiën van de voorbije week werd wel de nodige toelichting gegeven, en dan onthouden we dat het ocmw vier prioritaire beleidsdoelstellingen heeft bepaald, die gekozen werden uit de 10 strategische doelen die het OCMW de volgende jaren wil realiseren en die samengesteld worden uit 22 beleidsdoelstellingen. De keuze voor deze vier doelstellingen is een politieke keuze van de bestuursmeerderheid waar ze de volgende jaren over de opvolging ervan zal rapporteren aan de ocmw-raad.
Onze fractie kan zich vinden in heel wat van de beleidsdoelstellingen die in dit meerjarenplan opgenomen werden maar toch wil onze fractie enkele aanvullingen voorstellen :
- optrekken van culturele participatie betreffende kinderarmoede: een eerste stap zou kunnen zijn: een systematische aanvulling voor leefloners van het leefgeld bv. voor sinterklaasaankopen, voor kerstaankopen, Paastijd, zomervakantie,….
- budgetbeheer moet onmiddellijk kunnen aangeboden worden en geen wachtlijst van drie maanden;
- decentralisatie realiseren betreffende faciliteiten voor onze senioren door bv ook rond het LDC Meer een aanbod van serviceflats/bejaardenwoningen aan te bieden;
- een dementievriendelijke gemeente realiseren door bv zelf in Hoogstraten een praatcafé in te richten en/of een plaatselijk infopunt dementie op te richten ;
- de opwaardering en ondersteuning van lokale gezondheidsraad .
- uitbouw van sociale en betaalbare assistentiewoningen voor minder bedeelden en afstappen van het principe dat alleen de meest begoeden van Hoogstraten dit kunnen aankopen.
- openingsuren van OCMW moeten duidelijk verruimd worden. .
Toch moet het ons ook van het hart dat dit meerjarenplan niet geeft wat wij er van verwacht hadden. Immers, de hele voorbije legislatuur waren er enkele dossiers hangende waar dringend een beslissing over zou moeten genomen worden, en waarvoor telkens naar de beruchte BBC en/of meerjarenplanning werd verwezen. We moeten echter vaststellen dat dit meerjarenplan geen beleidskeuze heeft gemaakt over :
De nieuwe bestemming van het oude rusthuis. Het bestuur moet hier nog een toekomstvisie over bepalen;
Het beheer en beleid over de Mouterijstraat : verkopen, samenvoegen, verhuren,….we weten het nog niet want het bestuur heeft hier nog geen toekomstvisie over bepaald;
De verbouwing van de bejaardenwoningen in de Jaak Aertslaan : beperken tot wat oplapwerk want het bestuur heeft hier nog geen visie over…
Tja, dan sta je hier met je meerjarenplan en moeten we vaststellen dat men over belangrijke dossiers binnen het OCMW nog geen flauw benul heeft wat men er mee gaat doen. Eerlijk gezegd had onze fractie hier concrete keuzes verwacht en niet dat men beslissingen opnieuw voor zich uit gaat schuiven, want dat gebeurt met deze dossiers al vele jaren.
Wij hebben het als fractie ook zeer moeilijk met de oplijsting van de gemeentelijke bijdrage jaar per jaar, wat uiteindelijk resulteert in een stijging met 33 % in 2015 en een stijging van 17 % in 2016, en in een totale stijging met 66 % tegen 2019. De motivatie van deze stijging vinden we nergens terug. Graag hadden we dan ook vernomen wat de voornaamste oorzaken zijn van deze verhogingen van de gemeentelijke tussenkomst.
De fractie Anders onthoudt zich over deze meerjarenplanning om volgende redenen :
1. Er zijn verschillende beleidsdoelstellingen die onze fractie mee zou willen opgenomen hebben in dit meerjarenplan;
2. Er is nog steeds geen duidelijkheid toekomst over de bestemming van het oude rusthuis, er wordt geen keuze gemaakt over toekomst van de woningen in de Mouterijstraat en er is nog steeds een gebrek aan visie over de toekomstplannen van de bejaardenwoningen in de Jaak Aertslaan.
3. Onze fractie vreest dat er onvoldoende financiële middelen zijn voorzien voor de noodzakelijke personeelsuitbreiding van het zorgpersoneel dat nodig zal zijn bij een stijging van het aantal RVT-bedden.
4. Er is geen duidelijkheid over de samenstelling van de gemeentelijke bijdrage over de verschillende jaren en aan wat de verhoging van deze bijdrage te wijten is.
22. Kennisname van het budget 2014 van het OCMW
Wat het beleidsgedeelte betreft, worden de vier beleidsdoelstellingen uit het meerjarenplan in het budget van 2014 nu geconcretiseerd met de opsomming van actieplannen en acties die bij deze beleidsdoelstellingen horen. Als beleidsvisie toch wel eerder beperkt naar ons aanvoelen want financieel gaat het over een bedrag van € 7.600 aan exploitatiekosten waar men in 2014 “ beleid” mee gaat voeren…..( blz 23). Van al het overige beleid ( meer dan 12,46 miljoen euro) wordt enkel in enkele grote schema’s weergegeven waar al deze financiële stromen uit bestaan.
Er wordt ook nergens duidelijk verantwoord hoe de gemeentelijke bijdrage samengesteld wordt. Vroeger kon men uit de werking van de verschillende Activiteitencentra nog per centrum nagaan wat de gemeentelijke inbreng hier was, maar dat is allemaal voorbij.
Het enige duidelijke zijn misschien de investeringsenveloppes, maar ook hier geen enkel woordje uitleg.
Onze fractie is blij dat het hier enkel een kennisname betreft van het OCMW-budget zodat we dit zeker niet goed moeten keuren.
23. Goedkeuren van de gemeentelijke dotatie 2014 aan de politiezone Noorderkempen
Onze vertegenwoordiger in de politieraad heeft zich bij de stemming over de politiebegroting van 2014 onthouden omwille van volgende redenen:
1. De politieraad wenst sowieso over te gaan tot een aankoop van een bijkomende combi zonder vooraf een deftige doorlichting te maken over het bestaande wagenpark, het gebruik van deze wagens, het nut of onnut van sommige wagens, enz. Wij kunnen daar niet mee akkoord gaan.
2. Voor de vervanging van het bestaande SIS-bord dat kapot is, wordt tegelijk zonder voorafgaande bespreking hier een ANPR- camera aan verbonden, wat niet alleen de kostprijs op 60.000 euro brengt, maar waarmee opnieuw een dure camera in het straatbeeld komt die iedereen registreert die er passeert zonder voorafgaande brede maatschappelijke discussie.
3. de extra investeringen van het fietsteam zijn op dit moment niet te verantwoorden omwille van de zeer beperkte inzet van dit team in 2013 . Onze fractie is zonder meer overtuigd van de meerwaarde van een fietsteam, maar hoewel er de afgelopen jaren veel in werd geïnvesteerd op financieel vlak, is er bijna geen politieman/politievrouw te zien op de fiets . Dit is duidelijk een werkpunt voor de politiewerking.
Om deze redenen onthouden wij ons ook bij de goedkeuring van de gemeentelijke dotatie voor 2014 aan de politiezone in de hoop dat dit signaal opgepikt wordt door diegenen die hier iets aan kunnen doen.
24. 25. Gemeentelijke opcentiemen en aanvullende personenbelasting
Toen we in december 2007, ondanks de verkiezingsbeloften van het jaar er voor, geconfronteerd werden met de stijging van de opcentiemen en de personenbelasting, vroeg onze fractie zich af om welke reden het nieuwe bestuur deze belastingen wenste te verhogen. De enige overweging die toen in het dossier zat, was het ene zinnetje :” Gelet op de financiële toestand van de gemeente…”
Ondertussen is de financiële toestand van de gemeente op dit ogenblik zeker gezond te noemen, mede dank zij de verhoogde belastinginkomsten die nu sinds zes jaar binnenkomen, en waardoor enerzijds de leningslast verminderd is en anderzijds omdat er naar ons aanvoelen de afgelopen jaren niet ten volle voor veel investeringen gegaan is. Tijdens de jaarlijkse besprekingen van de rekeningen van de afgelopen jaren konden we telkens vaststellen dat een groot gedeelte van de voorgenomen investeringen niet uitgevoerd werd.
En wat moeten we nu vaststellen : met de opgebouwde financiële reserve ( om en bij de 11 miljoen euro in kas) gaan we ons niet alleen borgstellen voor 15 miljoen euro voor de bouw van een zwembad, maar gaan we anderzijds drie miljoen euro immobiliseren door één miljoen euro in pand te geven voor dertig jaar, en gaan we anderzijds twee miljoen “ beleggen” voor 8 jaar, terwijl alle kranten en economen schreeuwen om investeringen te doen en niet om het geld op te potten!!
Naar onze bescheiden mening moet de stad inderdaad een gezond financieel beleid voeren, maar mag ze het geld van de belastingbetaler niet gaan misbruiken om een privé-partner de kans te geven zijn project te financieren. Wij houden ons hart vast als hier straks ook andere bedrijven aan de deur komen kloppen om ook hun bedrijvigheid op één of andere manier door de stad te laten “waarborgen” . Want als het voor de éne kan, zou het ook voor de andere moeten kunnen. Het is wat vergelijkbaar met aan één vereniging honderdduizend euro te geven zonder ondersteunend reglement, terwijl andere verenigingen dit niet krijgen….
Er is in deze bestuursmeerderheid een partij die zich op nationaal vlak opwerpt als de verdediger van de hardwerkende modale Vlaming, maar die hier in Hoogstraten dezelfde hardwerkende Hoogstraatse burger , die tracht zijn werk te behouden, die tracht zijn woning te betalen of die tracht zijn veel te dure bouwgrond te bekostigen, nog steeds als eerste aanspreekt om de gemeentelijke begroting aan te dikken. Als we dan ook nog zien dat de gelden in die stadskas aangewend worden om privé-investeerders te plezieren, maar dat er nog steeds geen extra steun aan leefloongezinnen wordt gegeven, en dat er bv voor 2014 slechts 600 euro wordt voorzien in het budget van het OCMW voor acties ter bestrijding van kinderarmoede, dan kunnen wij ons niet akkoord verklaren met deze gemeentelijke opcentiemen en met deze aanvullende belasting op de personenbelasting.
Tenslotte willen we er nog even op wijzen dat in Retie, toch niet zo ver van hier, ook de plaatselijke CD&V begrepen heeft dat een heroriëntatie van de belastingen mogelijk moet zijn, dwz. de personenbelasting verlagen en de onroerende voorheffing verhogen, wat volgens CD&V Retie vooral voor de jongeren een steun in de rug zou zijn. Onze fractie is tevreden dat wij dus niet alleen met deze mening staan.
Onze houding tegen deze aanvullende belastingen is niet veranderd, en wij zullen ook dit jaar deze gemeentelijke opcentiemen en personenbelasting niet goedkeuren.
26. Goedkeuren meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014
Als wij de overwegingen van dit agendapunt goed begrepen hebben, dienen we onder dit agendapunt vier zaken te bespreken en goed te keuren, met name :
1. de strategische nota van het meerjarenplan
2. de financiële nota van het meerjarenplan
3. de beleidsnota van het budget 2014
4. de financiële nota van het budget 2014.
We laten de omgevingsanalyse, waar erg veel informatie terug te vinden is over Hoogstraten, voorlopig voor wat het is; maar we gaan er uiteraard van uit dat de beleidsdoelstellingen die het stadsbestuur zich in de meerjarenplanning oplegt, voortvloeien uit de informatie die kon gedistilleerd worden uit deze omgevingsanalyse.
Onze fractie wenst vooraf iedereen te feliciteren die meegewerkt heeft aan de logistieke omzetting van de klassieke budgetten naar deze meerjarenplanning, strategische en beleidsdoelstellingen, ….
Wij zijn er van overtuigd dat heel wat medewerkers van de stadsdiensten hier veel tijd en energie in geïnvesteerd hebben en onze fractie wenst hen dan ook onze waardering over te brengen.
Wij wensen ons ook vooraf te verontschuldigen bij het publiek als onze tussenkomst mogelijk niet erg duidelijk is, maar deze hele vernieuwing brengt inderdaad heel wat nieuwe terminologie met zich mee.
Of ook het inhoudelijke aspect, met name de beleidsdoelstellingen die het bestuur zich voorgenomen heeft, ook onze waardering kan wegdragen, proberen we nu te verwoorden, en waar mogelijk trachten we ook onze eigen doelstellingen en actieplannen toe te lichten. Want ondanks alle inspraakmomenten en adviezen, blijft dit meerjarenplan een keuze van deze politieke
bestuursmeerderheid , en werd bij de totale opmaak op geen enkele wijze de mening van de oppositie gevraagd.
We stellen ook vast dat wij als raadsleden van de oppositie op enkele dagen tijd een massa informatie moeten verwerken met een nieuwe methodiek die ons vreemd is en waar ook erg weinig toelichting over werd gegeven. Het is ons onmogelijk gebleken om al die informatie te verwerken en ons eigen te maken, laat staan daar een objectief beeld van te bekomen.
Onze opmerkingen zullen dus eerder fragmentarisch zijn. Wij vonden het wel belangrijk om ook onze eigen doelstellingen in deze tussenkomst op te nemen.
1. De strategische nota van het meerjarenplan
De strategische nota van het meerjarenplan bestaat uit een nota waarin vijf strategische doelstellingen worden weergegeven, onderverdeeld in 20 beleidsdoelstellingen Vijf van die 20 beleidsdoelstellingen worden dan als prioritair naar voor geschoven, met name : :
a. de stad en het ocmw zijn een professionele organisatie die zich op een klantgerichte wijze focussen op een performante dienstverlening;
b. projectgerichte kwalitatieve gebiedsontwikkeling waarbij leefbaarheid centraal staat;
c. de veiligheid en het veiligheidsgevoel worden verhoogd – verkeer
d. Hoogstraten zet in op ondersteuning van (socio-)culturele initiatieven en werkt daarnaast een complementair aanbod uit ;
e. Hoogstraten stelt voldoende, geschikte, kwalitatieve sportinfrastructuur ter beschikking
Uit de discussie in de commissie financiën onthoud ik dat de keuze voor deze doelstellingen een zuivere politieke beslissing is geweest zodat wij er logischerwijze van uitgaan dat deze doelstellingen een uitwerking zijn van de bestuursovereenkomst tussen CD&V en N-VA , gezien deze nooit publiek gemaakt werd. We onthouden ook dat het bestuur niet teveel prioritaire doelstellingen wenste op te nemen, zodat we er logischerwijze ook van uit gaan dat ook de bestuursovereenkomst niet te uitgebreid was (met uitzondering allicht van de zetelverdeling binnen het college).
Het is immers over de resultaten van deze prioritaire doelstellingen dat het bestuur zich jaarlijks expliciet zal moeten verantwoorden. Hopelijk hebben we het verkeerd begrepen, maar over de realisatie van de andere 15 doelstellingen uit het “ overige beleid” zal mogelijk minder gecommuniceerd worden….
En hier wringt naar ons aanvoelen een eerste schoentje omdat wij meenden dat bij elke beleidsdoelstelling de nodige concrete indicatoren dienden opgegeven te worden waardoor er kan afgetoetst worden of de doelstelling effectief bereikt werd. In dit hele meerjarenplan werd geen enkele indicator opgenomen zodat controle op de beleidsdoelstellingen niet mogelijk is.
Onze fractie heeft getracht binnen het korte tijdsbestek dat wij hadden zelf ook enkele doelstellingen en/of acties voor te stellen. Het is dan de bedoeling dat wij regelmatig voorstellen naar de gemeenteraad zullen brengen om deze doelstellingen te realiseren.
1. Wat betreft de strategische doelstelling : Organisatie en communicatie stellen wij voor
- dat de openingsuren voor alle openbare diensten geoptimaliseerd worden( gemeente, ocmw, politie, biblioteek, …)
- dat er zitdagen van gemeente, politie en ocmw georganiseerd worden in de deelgemeenten:
- dat er een digitaal platform voor gemeenteraadsleden opgemaakt wordt;
- dat de gemeenteraadszittingen in een ruimere zaal worden georganiseerd waar ook het publiek meer comfortabel kan volgen;
2. Wat betreft de strategische doelstelling : woonkernontwikkeling, leef- en werkomgeving stellen wij voor dat :
- de stad zorgt voor voldoende betaalbare locaties waar bedrijven zich kunnen vestigen en zorgt er tegelijk voor dat bedrijven die zonevreemd zijn naar een geschikte locatie kunnen en moeten verhuizen;
- dat het Gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan ook herzien wordt in functie van behoud van open
ruimte en groenvoorzieningen, en niet alleen in functie van woningprogrammatie;
- dat de regierol van de overheid bij verkavelingen uitgewerkt wordt;
- dat er regelmatig informatie gegeven wordt over de besteding van de saneringsbijdrage
3. Wat betreft de strategische doestelling : veiligheid en mobiliteit
- realisatie van de 70-50-30 verkeerssnelheidsregeling in heel Hoogstraten;
- beter openbaar vervoer over het ganse grondgebied ;
- realiseren van een buurtbus ( zie gemeente Brasschaat);
- meer treinverbindingen met Antwerpen vanuit Brecht en meer openingsuren van het loket;
- regelmatig openbaar vervoer naar de Kluis en naar de Transportzone;
- realiseren van fietsstraten
- realiseren van overdekte fietsstallingen en van elektrische oplaadpunten voor fietsers;
- opstarten van autodelen ( Cambio), Taxistop activeren,
- als stadsbestuur zelf inzetten op elektrische wagens, en deelnemen aan het autodelen;
- realiseren van het provinciaal mobiliteitsplan
- verkeerseffectenrapport voor elke nieuwe verkaveling
- autoverkeer ontmoedigen waar mogelijk, busvervoer organiseren bij grote manifestaties
- afkoopregeling parkeerplaatsen wordt afgeschaft;
- doorstroming op de Vrijheid koppelen aan de leefbaarheid in de omgeving gezien hier heel wat sluipwegen ontstaan die heel wat overlast met zich meebrengen;
- wijkcirculatieplannen opmaken om dit sluipverkeer te ontraden;
4. Wat betreft de strategische doelstelling : zorg gezondheid en welzijn
We verwijzen hiervoor naar onze tussenkomst over het meerjarenplan van het OCMW waar onze fractie eveneens enkele voorstellen heeft opgesomd.
5. Wat betreft de strategische doelstelling : zelfontplooiing en samenleven.
- streven naar gemeentelijk basisonderwijs in elk deeldorp, zodat deze scholen eenzelfde gemeentelijke ondersteuning krijgen
- jeugdhuizen ondersteunen bij hun zoektocht naar een locatie
- naschoolse kinderopvang verder uitbouwen met sport- en muziekverenigingen
- professionalisering van het stedelijk museum;
- uitvoering geven aan de studie van Stramien;
- niet meer investeren in het inventariseren van wat er al is op cultureel gebied ( zie omgevingsanalyse) maar effectief werk maken van een cultuurcentrum;
- sterker inzetten op materieel en immaterieel erfgoed, wat meer is dan alleen gebouwen
- concreet werk maken van de oprichting van een cultureel centrum
2. De financiële nota van het meerjarenplan
De financiële nota bestaat enerzijds uit een financieel doelstellingenplan, waar per jaar en per prioritair beleidsdomein de te verwachten inkomsten en uitgaven worden weergegeven, met daarnaast in één bedrag de inkomsten en uitgaven van het “ overige beleid”. We hebben het niet voor elk jaar de bedragen nageteld, maar voor 2014 bv. bedragen de uitgaven van de prioritaire doelstellingen 11,23 % van de totale uitgaven, en het overige beleid, waar dus geen verdere informatie ter beschikking over is, bedraagt 88,77 %.
Ons werd voorgehouden dat gemeenteraadsleden zich niet teveel met cijfers moeten bezighouden, maar met beleidszaken. Nochtans blijkt wel dat het de financiële impact is van elke beleidsvoorstel die uiteindelijk de doorslag geeft om tot een beslissing te komen….
Uit de toelichting tijdens de commissievergadering onthouden we immers dat praktisch alle geplande investeringen gelinkt zullen worden aan subsidies. Geen subsidies, geen project. Mooi voorbeeld hiervan is allicht de geplande busverbinding naar Meerle en Meersel-Dreef, waar het bestuur zich altijd tegen verzet heeft; en dit verzet pas opgegeven heeft toen het duidelijk werd dat er geld uit een onverwacht budget van het Vlaamse plattelandsfonds kon genomen worden. We kunnen dus alleen maar hopen dat de Vlaamse overheid voldoende middelen kan blijven overhevelen naar de plaatselijke besturen…..Maar het geeft geen goed gevoel om het eigen beleid afhankelijk te maken van het Vlaamse financiële beleid . Anderzijds vragen we ons wel af of het ook andersom geldt : wel subsidies , wel een project realiseren. Meer concreet denken we bv aan de oprichting van een cultureel centrum waar Hoogstraten als centrumgemeente wel recht heeft op heel wat subsidies die men nu laat liggen….Maar dat zal wel andere redenen hebben die mogelijk terug te vinden zijn in de reeds eerder aangehaalde bestuursovereenkomst.
Twee opmerkingen bij de oplijsting van de financiële risico’s op bladzijde 17 : vooreerst kiest het bestuur er voor om de pensioenkloof tussen statutairen en contractuelen de volgende jaren niet te verkleinen, wat door onze fractie betreurd wordt; en wordt de waarborgregeling die uitgewerkt werd voor het zwembad hier wel als een financieel risico aangeduid. Sluipt hier al wat ongerustheid binnen ?
3. De beleidsnota en 4. de financiële nota van het budget 2014
Het is jammer om te zeggen, maar voor een leek is enerzijds de splitsing van het budget over twee boekdelen al verwarrend, maar ook inhoudelijk geeft de splitsing tussen de prioritaire beleidsdomeinen, de andere beleidsdomeinen en het overige beleid weinig zicht op de totaliteit van het hele budget.
De beleidsnota bestaat uit een opsomming van alle mogelijke doelstellingen en acties die het bestuur in 2014 wil realiseren. Wat uiteindelijk de beleidsvisie is die men wil uitdragen, waar dit bestuur met Hoogstraten naar toe wil, wordt er niet in weergegeven.
En ja, er is een financiële oplijsting gemaakt van al het overige beleid, en ja, er is een lijst met investeringen, maar hoe we dat kunnen opvolgen is voor ons niet duidelijk.
Kortom, heel wat lijstjes en opsommingen, maar naar ons aanvoelen geen duidelijk beeld voor gemeenteraadsleden om hier mee aan de slag te kunnen gaan.
Besluit
Onze fractie keurt het meerjarenplan 2014-2019 niet goed, tenzij al de actieplannen die door onze fractie werden voorgesteld, mee zouden opgenomen worden in dit plan.
Wij wensen ook te wijzen op het feit dat er geen indicatoren werden opgenomen die aangeven hoe de realisatie van de beleidsdoelstellingen kunnen opgevolgd worden.
Ook het budget van 2014 wordt niet goedgekeurd, enerzijds omdat we echt geen volledig zicht kunnen krijgen op deze vorm van rapportering, anderzijds omdat we menen dat er nog teveel concrete acties niet in voorkomen die voor onze fractie belangrijk zijn.
Bijkomende Agenda Anders
1. Oprichten van een stembureau in het dienstencentrum
In mei 2014, dat is minder dan een half jaar, gaan alle volwassen Belgen naar de stembus om te kiezen wie hen gaat vertegenwoordigen in Europa, het federaal en het Vlaams parlement.
Onder deze kiezers zijn er heel wat senioren, een groep die alsmaar groter wordt en momenteel 25% van de bevolking bevat. Zij vormen een diverse bevolkingsgroep die belangrijk is voor de media, de reissector, de gezondheidssector, de banksector, en zo meer maar blijkbaar niet zo voor de politiek. Om hun stem te laten gelden, kunnen minder mobiele mensen zich naar een stembureau laten voeren of gebruik maken van een volmacht. Het maakt ouderen afhankelijk van derden, daar waar zij het liefst van al autonoom zijn. In de praktijk wordt dan ook vaak een doktersbriefje afgeleverd en de kous is af.
Voor mobiele mensen maakt het niet uit waar ze moeten gaan stemmen, voor minder mobiele betekent het een wereld van verschil indien dit in het WZC of dienstencentrum kan gebeuren.
Of is het niet meer belangrijk om te kunnen gaan kiezen na je 75ste?
Het toegankelijk maken van verkiezingen voor iedereen beperkt zich niet tot ouderen alleen. Ook personen met een beperking dienen hier de nodige aandacht te krijgen. Hierbij kunnen verenigingen gepast advies verlenen.
Daarom willen we pleiten voor het inrichten van een stemlokaal in het dienstencentrum.
Dit brengt ook heel wat meer voordelen met zich mee:
De bewoners van het WZC kunnen zich hierop voorbereiden door te oefenen met de stemcomputer zodat ze zelfstandig kunnen stemmen.
Bezoekers en gebruikers van het dienstencentrum kunnen vooraf hier ook gebruik van maken.
Buurtbewoners komen in het dienstencentrum om te stemmen en maken hier mogelijk voor het eerst kennis met het centrum.
Een dienstencentrum is gegarandeerd toegankelijk voor rolstoelgebruikers en minder mobiele mensen.
Het personeel van het WZC zou hier eveneens kunnen gaan stemmen.
Aan senioren geeft men het signaal dat ze nog wel degelijk meetellen en hun stem belangrijk is.
In verschillende steden en gemeenten werden de laatste jaren stembureaus ingericht in woonzorgcentra en dienstencentra. Het stijgende aantal deelnemers toont aan dat hier wel degelijk wordt ingespeeld op een reële vraag.
Voorstel gemeenteraad:
Het gemeentebestuur zal voor de verkiezingen van 25 mei 2014 een stembureau inrichten in het dienstencentrum het Gebuurte te Hoogstraten
Het gemeentebestuur zal de nodige maatregelen nemen om de toegankelijkheid van de stembureaus en stemhokjes aan allen te garanderen. Zij zal desgevallend het nodige advies inwinnen bij de verschillende organisaties van bejaarden en minder-validen.
vrijdag 24 mei 2013
Mini-Jobs, het Duitse model en de algemene verarming.
Het klonk allemaal behoorlijk mooi, tegen de achtergrond van
een ineenstuikend kapitalistisch bankensysteem. “Gedaan met het
kortetermijndenken!”, “We moeten gaan voor een duurzaam economisch model!”.
Helaas. Gidsland Duitsland heeft daar anders over beslist. De eeuwige
pragmatici, die Duitsers. Als het werkt, is het goed en als het niet meer werkt,
zoeken we wel iets anders. Daar zijn ze altijd al goed in geweest, die efficiënte
nazaten van het Wirtschaftswunder.
 |
| mini-jobs (artist impression) |
Hun geheim: mini-jobs. Ja, hetzelfde soort mini-jobs dat nu
ook Open VLD bij monde van Gwendolyn Rutten naar voor schuift. Ik ben ervan overtuigd dat ze dat zelfs doet met de beste bedoelingen.
Wereldverbeteraars, dat is de reden waarom we eigenlijk allemaal (of toch de grootste hoop) in de politiek gaan. Omdat we overtuigd zijn dat onze visie de wereld aangenamer maakt voor de mensen die erop leven. Zo ook Gwendolyn Rutten. Haar visie: wat goed is voor de economie is goed voor de mens. En tjonge, wat
zijn mini-jobs goed voor de economie. Ze zijn goedkoper dan gewone jobs, mensen
worden flexibeler en dus performanter ingezet waardoor onze concurrentiepositie
stijgt en we meer export genereren. Meer export wil zeggen meer bedrijfswinsten
en dat betekent dan weer meer welvaart. Wie zijn wij trouwens als linkie-winkies
om daar tegenin te gaan,… zijn wij het niet die altijd zeggen dat een job de
beste kans is op een beter leven? (ja, een job, niet onderwijs, want beter
onderwijs zou logischerwijze moeten leiden naar een betere job, maar wanneer
die jobs er niet zijn,… u snapt het) Willen wij niet iedereen aan het werk?
 |
| Gwendolyn Rutten |
Uiteraard, maar wij geloven niet dat wat goed is voor de
economie, automatisch goed is voor de mens, eerder andersom. Draai of keer het
hoe je het wil, maar als je in dit economisch model wil verder werken zal je
moeten inzetten op consumptie in plaats van productie. Want, hoewel ze je
dikwijls anders willen doen geloven, wanneer mensen geen geld meer hebben om iets
te kopen, valt de boel gewoon stil. En daar wringt dat Duitse mini-jobschoentje.
Wat je doet is je eigen bevolking verarmen en hoewel je binnenlandse consumptie
daardoor verlaagt, zal dit op korte termijn een positieve invloed hebben op je
economie. Je wordt namelijk goedkoper dan je buurlanden en kan zo je export
verhogen, waardoor de winstcijfers van je bedrijven inderdaad zullen stijgen.
Het probleem bestaat er in dat andere landen wel eens hetzelfde zouden kunnen
doen. Je export valt weg en dan moet je terug kunnen vallen op je binnenlandse
consumptie, maar die heb je niet meer, want je hebt je bevolking armer gemaakt
net om je export op te krikken.
Er is geen enkele Duitser die zit te wachten tot iemand zijn model overneemt, het zou het hele model namelijk ondergraven. De Europese economie op zelfmoordmissie, met Duitsland op kop en Rutten erachter, nee bedankt.
Er is geen enkele Duitser die zit te wachten tot iemand zijn model overneemt, het zou het hele model namelijk ondergraven. De Europese economie op zelfmoordmissie, met Duitsland op kop en Rutten erachter, nee bedankt.
Abonneren op:
Posts (Atom)